Bacteriën

Een bacterie bestaat uit een cel, en die cel heeft een celwand. Sommige bacteriën kun je ook wel bacillen noemen. Bacteriën bestaan al heel erg lang, al meer dan 3miljard jaar. Een bacterie kan je eigenlijk niet zien, alleen met een horoscoop. Een bacterie is een micrometer, eenduizendste deel van een millimeter. Dus je snapt wel dat dat heel erg klein is. De bacterie heeft geen celkern, dus is een prokaryoot. In het cytoplasma zit het erfelijke materiaal. Eigenlijk overal zijn bacteriën, heel veel zijn niet schadelijk die heb je juist nodig. Bacteriën zorgen er bijvoorbeeld voor dat je stoffen afbreekt. Sommige zijn niet goed en kunnen je ziek maken. Bij een bacterie heb je een celwand, niet bij allemaal maar wel bij veel. Daarin zit cytoplasma met DNA erin. Een bacterie heeft geen celkern maar dus wel een cytoplasma. Dat moet een peptidoglycaan ook hebben. Een peptidoglycaan is een hele grote molecuul eigenlijk wat de celwand van de bacterie verstevigt en de vorm maakt. Een bacterie heeft vaak aan een slijmlaag en daarop pilus en fagel, dat zijn een soort haren. Daardoor kunnen sommige zichzelf bewegen. Bacteriën planten zicht voort en delen zichzelf. Sommige bacteriën zorgen ervoor dat de resten die al dood zijn van het organismen omgezet worden in voedingsstoffen.

 

Maak jouw eigen website met JouwWeb